Bij de kerk stond altijd een zwerver
maar díe zondag een wachtende gast.
We waren hem bijna genaderd.
maar díe zondag een wachtende gast.
We waren hem bijna genaderd.
Een kerkganger riep verrast:
"Wat een gedaanteverwisseling"
en wisselde lachend een blik
met de keurig geklede vreemdeling.
Toen volgden mijn man en ik.
met de keurig geklede vreemdeling.
Toen volgden mijn man en ik.
De vreemdeling, totaal verrast
bekeek zich vol verwondering.
Verbaasd en vrolijk vroeg hij ons:
"Zoveel verandering?"
bekeek zich vol verwondering.
Verbaasd en vrolijk vroeg hij ons:
"Zoveel verandering?"
Wij wisten even niets te zeggen,
schudden lachend nee.
Hij zag de humor er van in,
liep gnuivend met ons mee.
Ik dacht aan een stuk uit de Bijbel
en zwierf met de zwerver mee,
vroeg me af waar díe zou verblijven.
Bad de vreemdeling met mij mee?
De zondag daarop stond de zwerver er weer
op zijn vertrouwde plek.
Het was of hij iets te zeggen had
in een woordeloos gesprek.
Coby Poelman - Duisterwinkel
Bijzonder Coby, mooi verwoord.
BeantwoordenVerwijderenDankjewel Hilly. Het leven is vol inspiratiebronnen.
VerwijderenInderdaad, veel inspiratie in het leven van alle dag. dat maakt dat jouw gedichten ook zo mooi dichtbij komen, Coby.
VerwijderenWat fijn om te lezen Aritha, dankjewel!
Verwijderen