ernstig de tuin in kijkend,
buiten vraag ik me af
welk onderwerp passeert.
‘k Krijg er geen hoogte van,
hun blik geenszins ontwijkend,
misschien is er iets
in de kerk geëscaleerd
of men kan geen
mensen vinden
voor de functies
die te verdelen zijn.
Die met de snor
is vast van mening:
‘t verenigingsgebouw
wordt veel te klein.
Inspirerend
zijn ze zeker,
de bronzen bustes,
steeds valt op hen
een ander licht
dat wordt weerspiegeld
in de zilveren beker,
een fascinerend gezicht.
Coby Poelman-Duisterwinkel
Gepubliceerd in de bundel "Geloofsvreugde" (2013)
Dat is een knap gedicht!
BeantwoordenVerwijderenDankjewel Aritha!
Verwijderen