denk ik aan Petrus, wat hij zag
toen hij met Jezus in de bergen was
en vroeg om bij het hemels licht
voor Jezus, Mozes en Elia
tenten op te richten.
Heeft wie door God is opgenomen
behoefte aan een onderkomen?
Hij wordt al onderbroken
door de stem van God
die uitgaat van een wolk.
In ’t licht dat niemand kan verdragen
hoor ik door Petrus ook die Goddelijke stem:
dit is mijn Zoon, in Hem
heb Ik mijn welbehagen.
’k Zie hem die het niet aanzien kon
zich vol ontzag neervlijen op de grond.
Als Petrus ben ik aangedaan,
Hij raakt ook mij, ga maar weer staan,
je hebt toch niets te vrezen,
Zijn ogen doen mij Vaderliefde lezen.
Ik was met Petrus in Zijn hemels licht
en zijn ervaring heeft ook mij verlicht.
Coby Poelman - Duisterwinkel
Bij Mattheüs 17: De verheerlijking op de berg
Uit: "Granaatjes met een gouden slot" (2015) Friese Pers Boekerij/Noordboek
Kunstwerk van A.A. van Meurs
Uit: "Granaatjes met een gouden slot" (2015) Friese Pers Boekerij/Noordboek
Kunstwerk van A.A. van Meurs
Geen opmerkingen:
Een reactie posten