Nooit denk ik zonder zuchten aan die langste dag,
hoe in de kleine, zo benauwde kamer
wij afscheid van mijn moeder namen,
de aardse tent al afgebroken was.
Nu zoveel jaren later mijn schoonmoeder zucht,
benauwd in de te grote kamer,
de langste dag weer nadert
richt ik mijn ogen naar de lucht,
zie voor me wat er overblijft,
de dorre plekken in het groene gras
onder de afgebroken tenten
die in drie dagen zich naar boven wenden,
de tijd dat Jezus in de groeve lag....
Voorbode van de Grote Zomer.
Coby Poelman - Duisterwinkel
Bij 2 Korintiƫrs 5 vers 1 tot 10
Ontroerend mooi Coby.
BeantwoordenVerwijderenDankjewel Hilly!
Verwijderen